Hoe komt het dat er materie is? Hoe is het leven ontstaan? Hoe ontstaat bewustzijn? Dit zijn vragen waarop de natuurwetenschappen thans een antwoord proberen te vinden; een antwoord dat nooit gevonden zal worden. De wetenschap bestudeert noodzakelijkerwijs een kenbare afbeelding van een niet-kenbare werkelijkheid.
In Bewustzijn; de metafysische ruimte baseert de auteur deze conclusie op een strikt logische gedachtegang. Niet de waargenomen werkelijkheid is de grond van ons bestaan, maar het bewustzijn zelf, dat alomvattend is. De redenatie is gevat in een raamwerk van grondwaarheden en stellingen.
De resulterende visie vereist een grote omwenteling in ons denken: geen biologische evolutie die bewustzijn oplevert, maar bewustzijn dat een biologische evolutie in gang zet. Zuiver redenerend wordt vastgesteld dat wonderen, evenals paranormale gebeurtenissen en verschijningen, noodzakelijk moeten bestaan. Het alomvattende bewustzijn, de metafysische ruimte, heeft de kenmerken van één enige God.
Dr Dick Mesland (1943) is bioloog. Hij was onder meer werkzaam als hoofdwetenschappelijk medewerker aan het Nederlands Kanker Instituut te Amsterdam en bij het Europese Ruimtevaart Agentschap als wetenschappelijk projectleider voor diverse biologische en materiaalkundige ruimtevaartprojecten.
