De creatieve industrie is meer een mindset 2 juli 2015

Koen van Vliet verwondert zich al enige tijd over de groeiende aandacht voor de creatieve industrie en het ondernemerschap. Hij is daarnaast ondernemer en houdt zich bezig met projecten die gericht zijn op kennisdeling in en over de creatieve sector. Hij is medeauteur van ‘Crowdfunding, de hype voorbij’. Op dit moment werkt Koen met Jozien Wijkhuijs aan We moeten eens koffie drinken’. Het boek zal in oktober bij ons verschijnen. In deze auteursblog geeft Koen het belang van dit boek aan.

Ondernemerschap en innovatie zijn de afgelopen jaren steeds belangrijkere sleutelwoorden geworden in zowel de culturele sector als de creatieve industrie. Er wordt veel aandacht besteed aan cross-overs en de manier waarop de creatieve industrie een bijdrage levert aan de Nederlandse economie. Het doel is onder andere om de sector toekomstbestendiger te maken en de volledige capaciteit van het economisch potentieel van de sector te benutten. De kracht van de creatieve industrie ligt in die samenwerking met andere sectoren en mede daarom is de creatieve industrie één van de topsectoren geworden. Tenminste, volgens het beleid dat er voor geschreven is.

Het gaat in deze topsector om bedrijven die hun bestaansrecht vinden in creativiteit, innovatie en ondernemerschap. De sector bestaat vrijwel volledig uit kleine en middelgrote bedrijven. Gemiddeld 2 FTE staan er op de loonlijst van een bedrijf uit de creatieve industrie en ongeveer 43% van de professionals is werkzaam als zelfstandig ondernemer. Dat maakt deze sector tot een van de meeste gefragmenteerde sectoren in ons land.

Dat brengt ons ook op een andere punt. Wat is namelijk eigenlijk die creatieve sector? Er zijn verschillende modellen die je kunt raadplegen, die leggen de grens allemaal ergens anders. Het is vooropgesteld een politiek construct, door de politiek bedacht. Kijkend naar de definities van het beleid dan zien we dat deze sector bestaat uit: Kunst, Cultureel erfgoed, Media & Entertainment en Creatieve zakelijke dienstverlening. Dus zowel de beeldende kunstenaar, de industrieel ontwerper als Endemol, ReedElsevier en G-star vallen onder deze sector. Kun je deze verschillende soorten organisaties wel onder één sector schuiven? En is die dan ook duidelijk af te bakenen? Of kunnen we meer spreken over een creatieve mindset?

Door het topsectorenbeleid is er een interessante kloof zichtbaar geworden tussen aan de ene kant het deel van de sector dat een economische waarde vertegenwoordigd en het deel van de sector waarin de nadruk doorgaans meer op de intrinsieke waarde ligt. Is het namelijk niet ergens vreemd dat we aan de ene kant willen dat de culturele en creatieve sector zakelijker wordt, maar dat we aan de andere kant overal stellen dat het juist die creativiteit en vrijheid zijn die er voor zorgen dat ze als belangrijke actoren bij innovaties worden gezien. Dat brengt vragen met zich mee als: ‘Hoe koppel je deze twee waarden in een overkoepelend beleid?’, ‘In hoeverre kunnen we spreken van een creatieve sector?’ en ‘welke invloed heeft het beleid op deze sterk gefragmenteerde sector?’.

We moeten eens koffie drinken
Het zijn vragen waar waarschijnlijk nooit een volledig definitief antwoord op te geven is, maar het zijn wel de vragen die richting geven aan de sector en dus interessant zijn om nader te onderzoeken. Aan de hand van twintig interviews, waarvan vijftien met ondernemers en vijf met wetenschappers, gaan we (Koen van Vliet en Jozien Wijkhuijs) op zoek naar antwoorden op deze vragen. Daarbij kijken we naar de visies op en interpretaties van de creatieve industrie en onderzoeken we zowel de succesverhalen als de punten die nog verbeterd kunnen worden.

Deze twintig interviews bundelen tot het boek We moeten eens koffie drinken. Geen boek dat bedoeld is als naslagwerk, noch om de creatieve sector definitief af te bakenen. Wel is het bedoeld als inspiratiebron voor ondernemers die werkzaam zijn (of willen zijn) op het snijvlak van de kunstsector en de creatieve industrie en die vragen over hun toekomst hebben. Ook is de publicatie bedoeld voor professionals en beleidsmakers die vanuit hun professie te maken hebben met de creatieve industrie. Het boek wil de stem van de ondernemers in het debat versterken en laten zien hoe zij naar de toekomst van de industrie kijken.

Tomatenvezelpapier
Een boek over de creatieve industrie mag zelf ook een creatieve uitstraling hebben. We maken voor zowel het omslag als het binnenwerk gebruik van tomatenvezelpapier. Deze publicatie wordt daarmee het eerste boek dat volledig op tomatenvezelpapier wordt gedrukt.

Crowdfunding
Wij hebben er als auteurs voor gekozen om het boek gedeeltelijk te laten voorfinancieren door crowdfunding. Dat levert ons aan de ene kant een groot, nieuwe netwerk van geïnteresseerden en ambassadeurs op en aan de andere kant weten we dat een deel van de boeken op die manier al verkocht worden.

De crowdfundingsactie staat op voordekunst.nl >