Is dik beter dan dun? 27 mei 2017
Een dik boek wordt vaak aangeprezen als een “indrukwekkend opus”, en een dun boekje afgedaan als “mager niemendalletje”. Is bij informatieve, non-fictie boeken veel tekst beter dan weinig tekst? Een dik boek is inderdaad indrukwekkend, maar vaak kan je je de vraag stellen of dat wat de schrijver wilde zeggen ook in minder woorden gezegd had kunnen worden.
Een langere tekst biedt meer kans op herhaling. De centrale boodschap raakt ondergesneeuwd door de hoeveelheid woorden. Je raakt verdwaald op de zijpaadjes die de schrijver bewandelt, en je vindt het moeilijker te ontdekken en te onthouden wat het belangrijkste is. Als lezer moet je een grotere inspanning leveren en meer tijd besteden om een dik boek door te werken. Zeker als je mee wilt praten over het boek. Durf jij toe te geven dat je tientallen halfgelezen boeken in de kast hebt staan?
Een dun boek is in veel gevallen beter. Het samenvatten van een idee, het kort en bondig beschrijven van een situatie, is op zich een intellectuele vaardigheid. Het resumeren leidt tot scherpere formuleringen en soms zelfs tot nieuwe ideeën en inzichten. Het uitleggen van complexe materie in minder dan 200 pagina’s getuigt van een volledige beheersing van het onderwerp.
Soms zijn de verhalen en gebeurtenissen zo interessant en heeft de schrijver zo’n vlotte pen, dat een paar honderd bladzijden meer niet erg is: je blijft doorlezen. Dan gaat het vooral om historische of literaire studies, vol gebeurtenissen en intrigerende personen. In andere gevallen moet een schrijver grote hoeveelheid data laten zien om je te overtuigen van zijn stelling. Deze tekstgedeelten hebben dan meer een naslagfunctie.
Kortom, een dik boek is heel geschikt voor een panoramisch overzicht van een historische periode of een gedetailleerde levensbeschrijving van een bekende persoon. Toch is voor de meeste non-fictie een lange tekst minder effectief om informatie over te dragen. Een dun boek, een beknopte tekst, brengt ideeën vaak veel beter over.