Jenny Merkus 25 juni 2014
Met vrienden ging ik onlangs zeilen in Kroatië. We hadden nauwelijks het vliegveld van Split verlaten toen we grote logos van de voetbalclub Hajduk Split zagen. Ik moest gelijk aan Jenny Merkus en Mićo Ljubibratić denken toen ze op 10 maart 1876 in het op de Herzegovijns/Dalmatische grens gelegen dorp Vinjani met een list door Oostenrijkse troepen werden aangehouden. De door hen geleide Herzegovijnse revolutie leek te gaan slagen en Oostenrijk had zelf een oogje op dat gebied. Jenny, bijgenaamd de Jeanne dArc van Herzegovina, was een landgenote van ons en Mićo een erudiete Herzegovijnse revolutionair. Dalmatië was toen Oostenrijks en Herzegovina behoorde tot het Osmaanse Rijk. Toen Mićo zijn wapens moest afgeven, protesteerde hij met de woorden: Ik ben hajduk noch misdadiger. Een hajduk is een vrijbuiter, een soort Robin Hood.
We vertrokken uit Trogir, een van de mooiste stadjes van Europa, en zeilden naar de Kornati-eilanden: kleine witte parels in een azuurblauwe zee. Mede bepaald door de windrichtingen kwamen we in Zadar terecht en reisden we hierna een deel van de tocht na die Jenny en Mićo als gevangenen in tegengestelde richting hadden gemaakt. Voor het gebouw van de Leeskring in het oeroude Zadar moest ik terugdenken aan de ontelbare menigte op de Riva en de vloot gepavoiseerde scheepjes met nationalistische volksvertegenwoordigers, notabelen, dames en juffrouwen die de gevangenen op het buiten de haven afgemeerde schip met toespraken en veel ivili (dat zij leven!)-geroep verwelkomden. Van daar zeilden we langs Turanj, Sveti Filip i Jacov, Biograd na Moru, Betina, Murter, Tisno, Vodice en Prvić naar ibenik. Uit al die plaatsjes voeren indertijd inwoners in met nationale kleuren versierde bootjes de Nederlandse heldin en haar commandant tegemoet om met gejuich en knalvuurwerk van hun sympathie te getuigen. In ibenik kwam de herinnering terug aan een nog veel grotere verwelkoming op de rede van die prachtige stad en het feest met bal in de Leeskring waaraan Jenny en Mara, de vrouw van Mićo, deel mochten nemen.
In Split, waar de gevangenen hadden overnacht alvorens voor het gigantische paleis van de Romeinse keizer Diocletianus aan boord van het schip te worden gebracht, had de Oostenrijkse bezetter de grootste moeite gehad om met geweren met gevelde bajonetten de uitzinnige menigte in bedwang te houden. Tussen de drommen toeristen dacht ik de plek te herkennen waar de gevangenen aan boord werden gebracht.
Verder naar het zuiden, in Makarska, ontmoetten we een restauranteigenaar die vroeg waar we vandaan kwamen. Na zijn vraag te hebben beantwoord, stelde ik hem dezelfde vraag. Oh, uit het binnenland, achter de bergen. Uit welke plaats dan?, drong ik aan. Uit Imotski. Ken je het dorp Vinjani?, vroeg ik vervolgens. Of course, antwoordde hij verbaasd. Klopt het dat de grens daar in een halve cirkel loopt? Of course, sommige huizen liggen met de keuken in Herzegovina en met de woonkamer in Dalmatië, of andersom. Helaas had hij nog nooit van Mićo of Jenny gehoord.
Vervolgens voeren we de rivier de Neretva op, waar flinke havenwerken worden aangelegd voor overslag van voor Herzegovina bestemde goederen. We wilden met halve wind naar de Herzegovijnse grens bij Metković zeilen. In een reisgids lazen we dat de kalksteenheuveltjes in de omringende brakwatermoerassen heel vroeger de schuilplaats vormden voor de Narentenen, een berucht zeeroversvolkje. Belangrijker voor mij was echter dat Jenny en haar strijdmakkers, op weg naar Bosnië, bij Opuzen s nachts de rivier waren overgestoken na zich eerst enige dagen op die steenklompen te hebben verstopt. Zo ver kwamen we echter niet. Door de zware regenval van enige weken eerder, die in Bosnië vernietigende overstromingen had veroorzaakt, was de rivier zodanig gezwollen dat het niet verstandig leek met de zeilboot onder de laag hangende hoogspanningskabels door te varen.
Vervolgens zeilden we naar het prachtige stadje Korčula en de volgende dag naar het plaatsje Hvar op het gelijknamige eiland. De haven was echter vol en we besloten op het er tegenover gelegen eilandje Palmizana te overnachten. In een werkelijk sprookjesachtig mooie baai dineerden we. De ober bleek eveneens uit Imotski te komen. Toen ik ook hem vroeg of hij her dorp Vinjani kende, antwoordde hij stomverbaasd: Daar kom ik vandaan! Uit het Dalmatische of het Herzegovijnse gedeelte? Het Dalmatische; maar mijn grootouders van vaders zijde woonden in het Herzegovijnse deel. Ik vertelde hem dat we een boek hadden geschreven over o.a. de Herzegovijnse opstand van 1875/76 en vroeg of hij wel eens van Mićo Ljubibratić gehoord had die in zijn dorpje gearresteerd was. Yes, of course, die ongewone naam herinnerde hij zich; over hem had zijn grootvader wel eens verteld. En die had het verhaal weer van zijn grootvader gehoord. Sprak hij ook over een vrouw die met hem gearresteerd was? Ja, een buitenlandse gravin die altijd – voor iedereen uit – dapper meegevochten had. Ik was natuurlijk op mijn beurt stomverbaasd. Was dat aan de kant van de grens waar zijn grootvader woonde? Yes, of course.
Het was hartverwarmend te horen dat Jenny, wier martiale optreden indertijd wereldwijd maandenlang in de kranten stond en van wie tegenwoordig bijna niemand nog gehoord heeft, hier nog niet helemaal vergeten was. Zo kreeg ik bovendien bevestiging van de plaats van de arrestatie die volgens de Oostenrijkers op Oostenrijks gebied had plaatsgevonden, maar volgens de opstandelingen en dorpelingen op Herzegovijns gebied. Hierover vond een meer dan honderd jaar durende polemiek plaats die pas twintig jaar geleden eindigde toen aan de hand van vrijgegeven Oostenrijkse documenten plausibel gemaakt kon worden dat de arrestatie hoogstwaarschijnlijk, met overtreding van het internationale recht, op Herzegovijns gebied had plaatsgevonden.
Wim van den Bosch schreef samen met René Grémaux de biografie van Jenny (Jeanne) Merkus, onder de titel Mystica met kromzwaard, welke binnenkort bij Eburon zal verschijnen. Tijdens een zeilvakantie deze zomer bezoekt hij plaatsen in Kroatië waar de Nederlandse Jenny 150 jaar geleden haar opmerkelijke avonturen beleefde.