Falend toezicht van commissarissen van banken, zorginstellingen en woningcorporaties. Berichten hierover vormden de aanleiding voor deze studie over de commissaris. Wat wordt van hem/haar verwacht en hoe kunnen commissarissen die verwachtingen beter waarmaken? Dit boek is bestemd voor allen, die ook de behoefte voelen zich te bezinnen op de toezichthoudende functie: commissarissen zelf en toezichthouders van bijvoorbeeld grote onderwijs- of zorginstellingen, directeuren en bestuurders van ondernemingen en instellingen.
Vier vraagstukken staan centraal:
– Met welke belangen moet een commissaris rekening houden bij zijn/haar beoordeling van het beleid?
– Hoe behoudt een kritischer en (bij)sturende commissaris toch een goede werkrelatie met zijn directeur/bestuurder?
– Wat is het gewenste profiel van een commissaris?
– Hoe worden commissarissen professionals in hun vak?
Bij de beantwoording van deze vragen was een belangrijke inspiratiebron de sociocratische gedachte dat mensen gelijkwaardig zijn en elkaar dus ook gelijkwaardig moeten behandelen in overleg en besluitvorming.
Ger van Vliet (socioloog, 1938) promoveerde in 1979 op een proefschrift over arbeidsverhoudingen. Hij was twintig jaar werkzaam als beleidsdirecteur op een ministerie. Daarnaast was hij vele jaren commissaris bij een aantal bedrijven en instellingen, deels in een sociocratische en deels in een niet-sociocratische setting. Die ruime ervaring heeft zijn inzichten ook gevormd en stelden hem tevens in staat zijn betoog met vele voorbeelden uit de praktijk te staven.
“Een goed bruikbaar boek voor toezichthouders en organisatiekundigen.”
NBD Biblion