Leo Gestel (1881-1941) was een modernist pur sang en een van de grote voortrekkers van de vernieuwingsbeweging in de Nederlandse schilderkunst in de eerste helft van de 20ste eeuw. Beroemd is zijn Amsterdams atelier, de “Jan Steenzolder”, de ontmoetingsplaats bij uitstek voor kunstenaars, intellectuelen en verzamelaars.
Tijdens de vele rustkuren, die hij ten gevolge van zijn maagkwaal moest ondergaan, heeft hij talloze notities gemaakt over zijn leven. Schilderachtig zijn de verhalen over het Woerden rond 1890 zoals over zijn familie, de schilderzaak van vader Gestel, de harddraverijen en koeienmarkt, de kermis, de water-en-vuurvrouw, kerk en school, zijn ontluikend verlangen vrij kunstenaar te worden enzovoort. Over zijn volwassen leven met de vele reizen door Europa, over zijn voortdurend zoeken naar vernieuwing, het hoe en waarom van zijn luministisch werk, en van de daaropvolgende verkenning van het pointillisme en kubisme, en vanzelfsprekend over de natuur als zijn belangrijkste bron van inspiratie.
Gestel geeft openlijk zijn mening over het werk van zijn collega’s Mondriaan, Sluijters, de gebroeders Wiegman, Toorop en veel anderen. En bij het ouder worden noteert hij zijn gedachten en gevoelens over de meest uiteenlopende onderwerpen zoals armoede en rijkdom, de kunstenaar en zijn vrouw, wat maakt iets tot een kunstwerk, de schaduwzijden van de technische ontwikkeling, de culturele armoede en gebrek aan idealen, de crisis van de jaren dertig en de opkomst van totalitaire regiems.
Leo Gestel was een intens levend mens, met tal van hechte vriendschappen en warme familiebanden. Gevoelig voor persoonlijke verhoudingen, maar ook voor de ontwikkelingen in de samenleving als geheel.
Door alles heen blijft Gestel een positieve en visionaire geest, en een mens die wordt voortgestuwd door een diep verlangen naar schoonheid: “In ons is het verlangen het wonder te beleven dat achter alles schuilt in ’t leven, in de natuur. Dat wonder is in ons, wij zien in de verte, over weiden, zeeën, in luchten, en we zien in ons zelven”.
In dit boek leren de persoon en kunstenaar Leo Gestel nader kennen en daarnaast worden we door Gestel binnengeleid in het dagelijks reilen en zeilen van de burgers in een Hollands provinciestadje van het einde van de 19de eeuw.
Deze tekst van deze uitgave is verzorgd door Hans Hagen. Hagen (1944) publiceerde veel over zijn vakgebied Gezondheidseconomie. Na zijn pensioen wijdde hij zich onder andere aan de schilderkunst. Recente publicaties zijn ‘Van haat tot erger’ (2010), ‘Jan Huffener, een geboren tekenaar’ (2012), ‘Leo Gestel en Gustave De Smet’ (2024) en ‘Democratie voor iedereen’ (2022).
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.