De afgelopen jaren zijn veel studies gewijd aan de effecten van stedelijke herstructurering. Daarbij lag de focus veelal op de ontwikkeling van de herstructureringswijken zelf. De gevolgen van herstructurering reiken echter verder dan de wijken waar de ingrepen in de woningvoorraad worden uitgevoerd. Dit onderzoek richt zich op drie typen ‘bijwerkingen’ van herstructureringsoperaties.
In de eerste plaats is gekeken naar de effecten op de woningvoorraad. Het slopen van huurwoningen werkt namelijk direct door in de aard, omvang en spreiding van het aanbod sociale huurwoningen. Omdat vooral gesloopt wordt in wijken met veel sociale huurwoningen, is de spreiding van de sociale woningvoorraad wat meer gelijkmatig geworden. Daarnaast is gebleken dat herstructurering de druk op de lokale woningvoorraad niet of nauwelijks vergroot.
In de tweede plaats heeft het onderzoek zich gericht op de huishoudens die elders hun heil hebben moeten zoeken als gevolg van sloop of ingrijpende renovatie. Voor sommigen is het erg om de vertrouwde omgeving kwijt te raken, voor anderen is het juist een uitgelezen mogelijkheid om een stap voorwaarts te maken in de wooncarrière. Het onderzoek laat zien dat deze laatste categorie beduidend groter is.
Tot slot is de herhuisvesting niet alleen vanuit het perspectief van de herhuisvestingsurgenten bekeken, maar ook vanuit de bewoners van de wijken waar veel van deze huishoudens terecht komen (ontvangstwijken). Vaak wordt gedacht dat ontvangstwijken nogal eens te lijden hebben onder de instroom van herhuisvestingsurgenten. Deze zogenaamde waterbedeffecten komen vaak voor in discussies over herstructurering, maar er is nog weinig systematisch onderzoek naar gedaan.