Bosbeekje of brede rivier? beschrijft de geschiedenis van wat sinds de Tweede Wereldoorlog bekend staat als het religieus humanisme: een levensbeschouwelijke houding met ruimte voor persoonlijke vrijheid, een ethisch-maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en een verbondenheid met het transcendente.
Uit de geschiedenis blijkt dat Nederland een lange traditie kent van personen en groeperingen die deze levensbeschouwelijke houding uitdroegen: vanaf de Renaissancehumanisten met Erasmus als hoofdpersoon, via Coornhert en de zeventiende-eeuwse vrijdenkers rond Spinoza is er steeds meer ruimte gekomen voor persoonlijke geloofsbeleving, kwam er steeds meer nadruk op goed handelen in plaats van vroomheid en kwam de transcendente ervaring steeds meer los te staan van het persoonlijke godsbeeld uit de Middeleeuwen. Dit ging met horten en stoten weliswaar en vaak onder tegenwerking van de gevestigde kerken, maar kan tegenwoordig gelden als de leidend levensbeschouwelijk instelling van de Nederlanders: los van kerken en organisaties en puttend uit veel verschillende bronnen.
Welke personen en groeperingen kunnen gerekend worden tot het humanistisch christendom of religieus humanisme? Welke praktijken, welk bereik en welke invloeden van buiten zijn daarbij waar te nemen? En hoe verhoudt deze geschiedenis zich tot de term religieus humanisme? Dit boek geeft antwoord op deze vragen en biedt daarmee een rijke bron van erflaters en erfgoed als inspiratie voor hedendaagse religieuze of spirituele humanisten.
Jos de Wit (1960) studeerde geschiedenis in Leiden en later Humanistiek aan de UvH en geschiedenis van de filosofie aan de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW). Al meer dan 20 jaar geeft hij cursussen humanisme en filosofie binnen het Humanistisch Verbond en de Vrije Academie, hieruit is zijn vorige boek Kopstukken van het humanisme (Uitgeverij Thoth, 2020) voortgekomen.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.