De forensische jeugdzorg richt zich op twee groepen jongeren, die opgroeien in zeer ingewikkelde omstandigheden: jongeren die slachtoffer zijn van mishandeling, misbruik of huiselijk geweld en jongeren die regeloverschrijdend, antisociaal of delinquent gedrag vertonen.
Zorg voor deze complexe doelgroep jongeren is per definitie een uitdaging: hun situatie is bijna altijd een optelsom van veel factoren, die op verschillende manieren op elkaar ingrijpen. De jongeren zijn vaak jarenlang in deze situatie opgegroeid, waardoor patronen in hun gedrag en in hun relaties zich hardnekkig hebben vastgezet. Professionals die met deze doelgroepen werken, proberen met veel inzet, creativiteit, optimisme en doorzettingsvermogen de jongeren met kleine stappen te helpen naar verbeteringen in hun leefomstandigheden. Hoe effectief is deze zorg en hoe kunnen we de effectiviteit van de forensische jeugdzorg verder verbeteren?
In zijn lectorale rede gaat Marc Noom in op de uitdagingen die er in de forensische jeugdzorg zijn in het werken met hun doelgroep. Welke gegevens worden er verzameld? Wat zeggen deze gegevens over de effectiviteit van de zorg? Hoe kunnen we deze gegevens gebruiken om de praktijk beter te ondersteunen in het bieden van effectieve zorg?
Marc Noom (1966) is een ontwikkelingspsycholoog, die in 1992 afgestudeerd is aan de Universiteit van Amsterdam. In 1999 promoveerde hij op het proefschrift Adolescent Autonomy. Vanaf 1993 tot 2007 heeft hij gewerkt op de universiteiten van Utrecht en Leiden, met als onderwerp normale en problematische ontwikkeling van jongeren, en de effectiviteit van interventies. Vanaf 2007 tot 2016 heeft hij vooral evaluatieonderzoek gedaan bij verschillende praktijkstinstellingen, zoals PI Research in Amsterdam, het Leids Universitair Medisch Centrum, de Viersprong in Halsteren, bij GGzE in Eindhoven, en bij het Zaans Medisch Centrum.
Sinds 2016 is hij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Op dit moment werkt hij als universitair docent bij de afdeling forensische orthopedagogiek. Hij houdt zich vooral bezig met evaluatie-onderzoek bij interventies voor jongeren en gezinnen, waar sprake is van problematische ontwikkeling. Hij is erg geïnteresseerd in veranderingsmechanismes bij een interventie. Hij houdt zich vooral bezig met de vraag: “wat werkt voor wie, onder welke omstandigheden en waarom?”
Met ingang van januari 2022 is hij verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam als bijzonder lector Forensische Jeugdzorg (voorheen Voorkomen Externaliserend Probleemgedrag bij Jongeren). Hij wil graag in samenwerking met de praktijk nagaan hoe voorkomen kan worden dat jongeren verder afglijden naar ernstig negatief gedrag.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.