Hoe vindt een dichter zijn eigen stem? Bernlef (1937-2012) heeft gedurende meer dan vijftig jaar niet alleen poëzie van veel dichters gelezen, maar ook vertaald en becommentarieerd. Zodoende verruimde hij zijn ambachtelijke vaardigheden, taalbeheersing en literair-culturele horizon. Aan zijn poëzie, vertalingen en essays valt goed af te lezen hoe zijn transnationale ontwikkeling zich heeft kunnen voltrekken. Dat gegeven bracht Johan Reijmerink ertoe in dit onderzoek de vraag te stellen, in hoeverre en op welke wijze het vertalen begrepen kan worden als een nadere articulatie van zijn dichterschap. Zij krijgt een nieuwe impuls in de begin jaren tachtig door zijn kennismaking met de andere stem van zowel de Amerikaanse dichter John Ashbery en als van de Zweedse dichter Tomas Tranströmer.
Johan Reijmerink is literair publicist. Hij schrijft geregeld voor de Poëziekrant en meandermagazine.nl recensies en kritieken over moderne Nederlandse poëzie. In 2007 publiceerde hij een bundel met essays over poëzie onder de titel Honger naar het absolute. Beschouwingen over dichters als grensganger, Delft. Een studie over de poëticale gedichten van Martinus Nijhoff verscheen in 2011 onder de titel Er steeg licht op van beneden. Vluchtige verschijningen in de poëzie van Martinus Nijhoff, Soesterberg.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.