Elektronische gegevens staan aan andere gevaren bloot dan traditionele media, temeer omdat deze gegevens veelal worder verstuurd over het internet. Het is niet altijd duidelijk of degene die de gegevens heeft verzonden ook daadwerkelijk de persoon is die zich als afzender identificeert. Daarnaast is het mogelijk dat derden vertrouwelijke gegevens onderscheppen en eventueel zelfs wijzigingen aanbrengen. Dit roept de vraag op hoe betrouwbaar deze gegevens zijn om rechten en feiten aan te kunnen tonen.
Dit onderzoek probeert meer inzicht te verschaffen in de criteria die zijn ontwikkeld om de betrouwbaarheid van elektronische gegevens als bewijsmiddel vast te kunnen stellen. Hiertoe wordt het bewijsrecht in Nederland, Duitsland en Amerika onderzocht. Geanalyseerd wordt welke criteria zijn aangelegd in wetgeving en welke criteria rechters hanteren om elektronische gegevens te waarderen en een betrouwbaarheidsoordeel te kunnen geven.
Maarten van Stekelenburg heeft de opleiding Interaction Design en een Master in Interactive Multimedia gedaan. Vervolgens heeft hij de opleidingen Management, Economie en Recht en Nederlands Recht gevolgd. Na afronding van zijn rechtenstudie heeft hij promotie-onderzoek verricht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Thans is hij werkzaam als advocaat bij DLA Piper.