In dit boek wordt beschreven hoe in de loop van een eeuw het traditionele predikantskostuum (mantel en bef) werd vervangen door de toga (met bef en baret).
Een bijzondere rol in dit veranderingsproces bleek weggelegd voor de burgerlijke overheid. Tot twéé maal toe heeft zij het gebruik van kerkelijke kostuums in het openbaar verboden!
De eerste maal in 1796, toen werd gevreesd dat katholieken en protestanten met elkaar in botsing zouden komen als het godsdienstig leven ál te zichtbaar zou zijn en in 1853, toen dezelfde wetsbepaling nieuw leven werd ingeblazen omdat als gevolg van het herstel der bisschoppelijke hiërarchie protestants Nederland in rep en roer was geraakt. Dit keer betekende het het definitieve einde voor mantel en bef.
Een andere belangrijke factor is de professionalisering van de predikantenstand geweest. Vanaf het midden van de negentiende eeuw zochten de hoog opgeleide predikanten naar passende kleding. Liever dan mantel en bef (ook de kleding van aansprekers en van veel afgescheiden predikanten) droegen zij de kleding van de academie: de toga!
Dr. M.J. Aalders (geb. 1954) studeerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 1990 promoveerde hij bij prof. dr. C. Augustijn op een studie over de latere ethische theologie. Dr. Aalders is predikant in Amstelveen.