We kunnen in de wijze waarop het openbaar bestuur georganiseerd was verschillende kenmerken van de moderne bureaucratie herkennen. Met name de organisatiestructuur vertoont overeenkomsten. Daarnaast speelt de bestuurlijke elite een sterk regulerende rol. Binnen deze elite werden carrières geregisseerd. Voortdurend zijn het de mannen met een academische opleiding – voornamelijk in de rechten – die op de ambtelijke posten terecht komen. De bestuurlijke elite speelt als professionele groep een belangrijke rol in de organisatie van het vroegmoderne bestuur.
Het beeld van de vroegmoderne bestuurlijke elite is daarmee niet zonder meer negatief. Geïnspireerd door de rol van de bestuurlijke elite en de manier waarop deze zich verhoudt tot de bureaucratische ordening, wordt in het boek ook ingegaan op de hedendaagse ambitie te professionaliseren en te debureaucratiseren. Via het begrip ‘bureaucratieparadox’ (een bureaucratie selecteert op kennis en kunde, maar regelt de mogelijkheden om individueel kennis en kunde in te kunnen zetten bij voorkeur dicht) wordt gezocht naar een balans tussen bureaucratische en professionele regulering. Vorming kan hierbij een belangrijke rol spelen: via opleiding en ervaring kunnen professionele kaders zich vormen die passen binnen de – dan ruimere – bureaucratische afbakening van taken en bevoegdheden; Gevormde kaders.
Jeroen van Bockel (1980) studeerde bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen (2000 – 2004) en was van 2004 tot 2009 als onderzoeker verbonden aan de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap.