De positie van de Nederlandse gemeente staat al lange tijd ter discussie. Zij zou niet meer in staat zijn om zelfstandig initiatieven te ontplooien. Daarnaast zouden de mogelijkheden om belangen op verschillende beleidsterreinen tegen elkaar af te wegen – het zogenoemde integraal bestuur – ontbreken. De open huishouding die de gemeente van de Grondwet heeft gekregen betekent echter dat de gemeente wél een initiatiefrijk en integrale bestuursvorm zou moeten zijn. Sterker nog: de open huishouding verschaft de Nederlandse gemeente haar bestaansrecht.
In Het bestaansrecht van de Nederlandse gemeente zijn de besluiten van het College van Burgemeester en Wethouders in vier gemeenten over een periode van veertig jaar onderzocht. Hierbij is onder meer gekeken naar de betekenis van het rijk, de provincie, regionale lichamen en functionele bestuursvormen. Ook is in kaart gebracht wat de voornaamste beleidsterreinen zijn waarop een gemeente opereert en of gemeenten zich hierin onderscheiden.
In het licht van de discussie zijn de resultaten van het onderzoek verrassend. De gemeente ontleent haar bestaansrecht nog steeds aan de open huishouding. Voor een fundamentele heroverweging van de positie van de Nederlandse gemeente in ons staatsbestel bestaat geen noodzaak.