Het oog van de meesterEen onderzoek naar de literaire ontwikkeling van havo- en vwo-leerlingen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs Theo Witte

39,95

Waarom moet je lezen wat je nog niet kunt begrijpen? Deze vraag ligt ten grondslag aan dit onderzoek en duidt treffend de problemen in het literatuuronderwijs. Deze studie beschrijft niet alleen hoe het literaire ontwikkelingsproces bij adolescenten verloopt en welke fasen daarin kunnen worden onderscheiden, maar biedt tevens een didactische ‘gereedschapskist’ waarmee docenten kunnen bepalen welke boeken en opdrachten voor een bepaald niveau geschikt zijn.

Waarom moet je lezen wat je nog niet kunt begrijpen? Deze vraag ligt ten grondslag aan dit onderzoek en duidt treffend de problemen in het literatuuronderwijs. Deze zijn enerzijds didactisch en anderzijds maatschappelijk van aard. Het didactische probleem is dat er weinig bekend is over het literaire ontwikkelingsproces van havo- en vwo-leerlingen. Hierdoor sluiten de aangereikte en soms verplichte boeken vaak niet aan bij de leerlingen. Het maatschappelijke probleem is dat het literatuuronderwijs in de media regelmatig ter discussie staat en er getwijfeld wordt aan de taak leerlingen voldoende literaire bagage mee te geven. Deze discussie ontbeert echter een empirische basis omdat er weinig bekend is over de concrete resultaten van het literatuuronderwijs op havo en vwo.

De studie is bedoeld voor docenten en literatuurwetenschappers. Het instrument beschrijft niet alleen hoe het literaire ontwikkelingsproces bij adolescenten verloopt en welke fasen daarin kunnen worden onderscheiden, maar biedt tevens een didactische ‘gereedschapskist’ waarmee docenten kunnen bepalen welke boeken en opdrachten voor een bepaald niveau geschikt zijn. De casestudies naar stimulerende en remmende factoren in het ontwikkelingsproces resulteren in een reeks handelingsoriëntaties, do’s and don’ts, voor docenten waarmee zij de leerlingen met verschillende niveaus en achtergronden naar een hoger niveau kunnen helpen klimmen.

Het instrument en de handelingsoriëntaties wijzen de docent niet de weg, maar dienen ter inspiratie: de docent is en blijft meester van het onderwijsleerproces.

Subtitel

Auteur(s)

ISBN

Jaar

Pagina's

Uitvoering

Taal