De auteurs gaan in op het verband tussen twee modellen: het zelfregulatiemodel en het Good Lives Model. Het zelfregulatiemodel is een nuttig model voor de diagnostiek en behandeling van zedendelinquenten, maar biedt geen voldoende kader voor het totale rehabilitatieproces. Het Good Lives Model vormt een breed kader voor het begrijpen van wat plegers beweegt (hun motivatie), terwijl het zelfregulatiemodel de details geeft over hoe plegers met die motivatie kunnen/willen omgaan.
Deze gecombineerde aanpak waarborgt de doelen en waarden van de plegers (hun motivatie) en in het behandelingsplan wordt gebruikgemaakt van psychologische, sociale, culturele, biologische en omgevingsfactoren. Bevat ook casuïstiek.