Uitverkocht

Macht en onmacht van Immanuel Kants natuurconceptEen filosofische reflectie over een verstoorde relatie met de natuur in het licht van de ecologische crisis F.A. de Wit

31,50

Uitverkocht

Deze studie behelst enerzijds een zoektocht binnen de Westerse geschiedenis van filosofie en theologie naar de wortels van de hedendaagse ecologische crisis. Daarbij tracht zij de aard van deze crisis, de draagwijdte en de ecologische en morele gevolgen voor de mens vast te stellen. Anderzijds poogt zij vanuit dezelfde geschiedenis mogelijke perspectieven te schilderen, die een handreiking in de richting van het oplossen van deze crisis zouden kunnen zijn.

Deze studie behelst enerzijds een zoektocht binnen de Westerse geschiedenis van filosofie en theologie naar de wortels van de hedendaagse ecologische crisis. Daarbij tracht zij de aard van deze crisis, de draagwijdte en de ecologische en morele gevolgen voor de mens vast te stellen. Anderzijds poogt zij vanuit dezelfde geschiedenis mogelijke perspectieven te schilderen, die een handreiking in de richting van het oplossen van deze crisis zouden kunnen zijn.

Nieuw is dat in een drietal reconstructies de zogenaamde ‘voorkritische’ en ‘kritische filosofie’ van Immanuel Kant vanwege hun plaats en betekenis in de geschiedenis van de filosofie als kroongetuigen opgeroepen worden. Deze reconstructies beogen, aan de hand van door Kant zelf geschreven teksten, het denken van Kant voor de geest te halen.

De eerste reconstructie onderzoekt Kants kritische epistemologie in de Kritiek der reinen Vernunft, de tweede zijn kritische ethiek uit de Grundlegung der Metaphysik der Sitten en de Kritiek der praktischen Vernunft, de derde Kants teleologie en esthetiek, zoals deze in de Kritiek der Urteilskraft verschijnen. Hierbij wordt eveneens aandacht besteed aan Kants vroegere natuurconcepten.

Een vierde reconstructie onderzoekt de stilzwijgende aannamen, die aan Kants filosofie ten grondslag liggen en die als een morele ontologie opgevat kunnen worden. Het blijkt dat achter Kants filosofie een mens schuilgaat, die – zoals Murdoch dit verwoordde – ‘zelfs geconfronteerd met Christus zich afwendt om over het oordeel van zijn eigen bewustzijn na te denken en de stem van zijn eigen rede te horen’. ‘Deze mens is met ons, nog steeds vrij, onafhankelijk, eenzaam, krachtig, rationeel, verantwoordelijk, dapper, de held van zovele novellen en boeken over morele filosofie’.

Vanuit deze en andere reconstructies wordt in het slothoofdstuk van dit boek een pleidooi gehouden voor een herwaardering van de teleologie en van Plato’s theorema van de plenitude, die de volheid van het bestaan benadrukt. Met name de uitwerking van dit theorema zou vruchtbaar kunnen zijn voor een natuurfilosofische ethiek. De filosofieën van Shaftesbury, Leibniz, Spinoza en Frya Mathews bieden hierover goede uitgangspunten.

Subtitel

Auteur(s)

ISBN

Jaar

Pagina's

Uitvoering

Taal