Precies honderd jaar geleden in 1903 ontving Marie Curie als eerste vrouw de Nobelprijs voor de Wetenschap, gevolgd door een tweede Nobelprijs in 1911. Ook haar dochter Irène Joliot-Curie kreeg in 1935 de Nobelprijs voor de wetenschap.
Marie & Irène Curie schetst een breed beeld van de academische wereld waarin beide vrouwen zich bewogen: de instelling van de Nobelprijs, de rol van de Franse Académie des Sciences, bij wie Marie als vrouw werd afgewezen, Irène als eerste vrouwelijke minister in Frankrijk, de invloed van de twee wereldoorlogen, hun huwelijksperikelen en de liefdesaffaires met collegawetenschappers en niet in de laatste plaats: het feminisme dat als rode draad door beide curieuze levens heenliep.
Het leven en werk van de Curies wordt geactualiseerd door deze tegen het licht te houden van de huidige positie van vrouwen in de natuurwetenschap. Het bereiken van de top van de wetenschap door vrouwen blijkt daarin nog steeds uitzonderlijk.
