21 mei 1943. Het was al middenin de nacht. De tweejarige Philip kreeg een laatste knuffel van zijn vader en moeder, Isaac en Anna Staal. Toen loodste tante Cor achterop haar fiets Philip en zijn broer Marcel naar een veilig onderkomen. Philips ouders werden enkele dagen later door de Duitsers opgepakt en afgevoerd naar Sobibor, waar ze zijn vermoord.
Na de oorlog groeiden Philip en Marcel op in Joodse weeshuizen. Maar wat was er gebeurd met het huis en het vermogen van zijn ouders dat zij in de oorlog achter hadden moeten laten? Het zou jaren duren voordat Philip Staal de moed vond om dit uit te zoeken. In Mijn erfenis verweeft hij deze speurtocht met zijn eigen, hartverscheurende levensverhaal.
Jarenlang deed Philip Staal onderzoek in archieven en dossiers en ontdekte dat niet alleen tijdens de oorlog, maar ook ná de oorlog miljoenen euro’s zijn verdwenen, geld dat de Joodse oorlogsslachtoffers, waaronder veel oorlogswezen, rechtmatig toekomt. Hij groeide uit tot een van de voorvechters van rechtsherstel van de Joden én de Joodse oorlogswezen.
Econoom Philip Staal (1941) woont met vrouw en familie in Israël. Hij is een van de ondertekenaars van de Maror-overeenkomst met de banken, de Amsterdamse beurs en de Joodse organisaties. Voor zijn werk aan dit rechtsherstel werd hij onderscheiden met de Ridder Orde van Oranje Nassau. Philip Staal publiceerde eerder een gedetailleerd en grondig gedocumenteerd onderzoek naar het vermogensbeheer van de ruim 1300 minderjarige Joodse weeskinderen in Roestvrijstaal: Speurtocht naar de erfenis van Joodse oorlogswezen (Eburon, 2008).
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.