Het handschrift onthult de sporen van oude tradities, locale heiligenfeesten, plaatselijke gebruiken, de verstrekking van eregaven en het verloop van de talrijke processies. Het is vooral een belangrijke bron voor de eredienst in een vrouwenklooster, waarlijk een vroege getuigenis van feminisme ‘avant-la-lettre’. Er is een muzikale rijkdom aan Gregoriaanse gezangen met bv. de Maria-mis door de kanunniken uit het klooster bij het bezoek aan het plaatselijke Ittervoort tijdens de Kruisprocessie, het middelnederlandse lied “Christus is opgestanden” met pasen en het tweestemmige kerstlied “Puer nobis nascitur”. Het tweede gedeelte van het boek bevat de transcriptie van het incipit (begin) van alle gezangen, de vertaling van de latijnse tekst in het Nederlands en de reproductie van de drie muzikaal-liturgische handschriften.
Rob van Acht was meer dan 40 jaar als musicoloog werkzaam, eerst aan de Universiteit van Amsterdam, daarna als conservator van de muziekinstrumentencollectie van het Haags Gemeentemuseum en vanaf 1981 ook als docent voor muziekakoestiek aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.