Thijs de Jong stelt dat wij religie kunnen zien als antwoord op de vraag: “Wat mag ik hopen?” Na een verkenning van de condition humaine, van de genoegens, maar ook van de moeilijkheden in het leven, confronteert hij de hardnekkigheid van leed en onrecht met het Woord van Jesaja: “God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht”. Hij laat zien hoe wij in de Bijbel een hoopvol vooruitzicht kunnen ontdekken.
Thijs de Jong (1928) studeerde wis- en natuurkunde, filosofie en theologie. Hij was jarenlang docent metafysica en wijsgerige antropologie aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Radboud Universiteit Nijmegen.