De opstellen in deze bundel zijn bedoeld als speldenprikjes die twijfels wekken over de vermeende onverenigbaarheid van rede en religie. Ze beogen de patstelling te doorbreken door de dialoog in andere termen te denken dan de altijd loerende tegenstelling tussen karikaturen: een ‘reductionistisch’ wetenschappelijk wereldbeeld en een ‘achterhaalde’ religieuze levensbeschouwing. De seculiere wereld is veel ‘religieuzer’ dan ze zelf vaak gelooft en religie blijkt redelijker dan meestal wordt gedacht.
Dit boek is geschreven in het kader van een door de KNAW gefinancierd project voor ‘akademie-assistenten’ aan de Facultaire Unie Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen, Radboud Universiteit Nijmegen.