De auteur pleit voor een hoognodige verantwoordelijkheidsethiek voor de techniek. Dat biedt ruimte om de techniek in dienst van alles wat leeft te ontwikkelen. Daarbij is het benadrukken van het onderscheid tussen techniek en technologie ook tegendraads.
Techniek behoort tot de zichtbare, waarneembare werkelijkheid. De technologie is de wetenschap – dus abstracte kennis – van die techniek. Vele filosofieën van de techniek richten hun denken op dat abstracte niveau en dromen daarmee weg. Dat is de oorzaak van onjuiste waardering en verkeerde inschattingen van toekomstige technieken als genetische modificatie, computers, robots, cyborgs, en nanotechniek.
Tegendraads is ook de moderne techniek mede als oorzaak zien van de huidige financieel-economische wereldcrisis. En niet te vergeten de invloed van de techniek en van het technische den ken op de spanning tussen de westerse en de islamitische cultuur. Met andere filosofen van de techniek heeft de auteur veel gemeenschappelijk: het leven in dezelfde wereld, met dezelfde problemen, ook van de techniek. Maar de levensvisie verschilt. Dat leidt tot boeiende confrontaties.
Prof. dr. ir. Egbert Schuurman (1937) is cultuurfilosoof met veel aandacht voor techniekfilosofie. Hij was hoogleraar christelijke filosofie aan de universiteiten van Delft, Eindhoven en Wageningen. Hij was 28 jaar lid van de Eerste Kamer van de Staten Generaal, eerst voor de RPF en later voor de ChristenUnie.